Geluk is als een leeggegeten zak M&M’s waar onverwacht toch nog 1 m&m-tje in blijkt te zitten

M’n werk vind ik hartstikke leuk om te doen. Bovendien, het gaat goed. Althans, dat geven cursisten en opdrachtgevers aan, met wie ik na afloop van een training of een coachingstraject evalueer. Tuurlijk geven zij ook verbeterpunten aan. Dat is part of de deal; daar wordt een training of ikzelf alleen maar sterker van. Wat betreft de deals zelf; deze lopen ook lekker. Het afgelopen kwartaal had ik meer opdrachten dan alle klussen in 2014 bij elkaar. Ik prijs me gelukkig.
Toch wordt mijn geluk niet bepaald door deze ‘grote successen’ alleen. Juist ook in sterke mate door kleinigheden; verrassinkjes, alledaagse gebeurtenissen die een grappige wending nemen, een leuk plot.
Het is iets met kersen en taarten; het was al oké en het extraatje dat er op volgt kleurt het geheel nog mooier. Zoals die laatste m&m. Die onverwacht de één-na-laatste blijkt.

Taalkundige verrassingen werken ook altijd in positieve zin op mijn gemoedstoestand. Zo ook afgelopen maand; ik werd meerdere malen verrast. Een of gegrinnik waren het gevolg. Ik liet het betreffende persoon niet merken; ik hoorde het aan en genoot.

lastige klanten of last van klanten?
M’n vouwfiets is stuk. Erg onhandig; ik gebruik hem vaak als ik in de binnenstad moet zijn voor m’n werk. Tot aan de rand van de stad reis ik dan met de auto, daarna vervolg ik m’n route per fiets. Hij is nu dus stuk. Ik ga naar de fietsenmaker bij mij om de hoek -ik kom daar al jaren. Ik kan m’n fiets deze week wel missen; daarmee geef ik de fietsenmaker ruim de tijd voor het bijstellen van de rem, het nakijken van de banden en het vervangen van de ketting. Zeven dagen later sta ik weer in de werkplaats. De fiets blijkt nog niet onder handen genomen te zijn: “We zijn er niet aan toe gekomen. We hadden het zo druk. Met klanten.”
Verrassend; wat ben ik tot nu toe al die jaren hier geweest dan?

verschil van interpretatie
Harry is een van mijn cursisten. Ik breng hem voor de 3e keer een werkplekbezoek, gebruikelijk onderdeel van mijn trainingen. Harry’s grootste ergernis is zijn onhandigheid met de computer. De H-, de G-, de F-schijf, algemene files, persoonlijke documenten, outlook, intranet, yammer, synchroniseren met de blackberrie, scannen; hij kan geen touw vastknopen aan de digitalisering. Hij is vaak documenten kwijt, zoekt zich een ongeluk, slaat gegevens dubbel op, krijgt meldingen dat z’n inbox vol zit. Kortom, frustratie alom. Onze werkplekbezoeken staan in het teken van (uitleg over:) opschonen, aanmaken en herindelen van digitale mappen. We leggen samen een logisch archief aan. Zo kan hij hier na afronding van de training, als ik weer van het toneel ben verdwenen, zelfstandig mee werken. Harry is enthousiast, ontvankelijk voor mijn adviezen en heel blij met deze exercitie. Zegt ie opeens bloedserieus tegen mij: “Eigenlijk zou je voor dit soort dingen een training moeten krijgen”.
Ik kan het van hem hebben, grinnik inwendig en denk: wat vind je dan dat je afgelopen weken aan het krijgen bent?

please, zeg nee
Aan een team hulpverleners geef ik de training ‘Toveren met Tijd’. We krijgen het over ‘pleasersgedrag’: ja-zeggen terwijl je nee bedoelt. Bijna de hele groep herkent zich er in; je neemt je voor om bijvoorbeeld een behandelplan te schrijven, neem je toch ook nog die ene extra klus van je collega over. Je weet dat het niet past in je planning. Maar toch. Je pleaser maakt de dienst uit: saboteur van je tijd.
Pier heeft hier ook last van en wil dit graag veranderen: “Hoe doe ik dat?”
Als interventie zet ik de oefening ‘adviesbureau’ in; het team -behalve Pier zelf- krijgt de opdracht te bespreken hoe Pier beter zijn grenzen zou kunnen aangeven. Om hem vervolgens deze adviezen aan te reiken. De groep komt met goede tips; Pier neemt zich voor hiermee te gaan oefenen. Mart, droogkl… eerst klas, steekt Pier tenslotte nog een laatste hart onder de riem. “Pier man, als je echt iets wilt veranderen zal je in actie moeten komen; koop een ruggengraat”.
Ik zie het beeld zo voor me; “Meneer, mag ik van u één…. “ Hilarisch.

voutje
Ik sta in een boekwinkel en reken het boek af dat ik gekocht heb  -‘Ik heb de tijd’, van Paul Loomans. (In 2013 bekroond als beste spirituele boek van het jaar. En, wat mij betreft: verdiend!). De verkoper vertelt mij dat er bij aanschaf van dit boek gratis een tijdschrift wordt aangeboden. Leuk. Hij loopt naar achteren om het te pakken, blijft een tijdje weg. Ik hoor wat gestommel en gemor. Ondertussen wacht ik bij de kassa -ik heb letterlijk en figuurlijk de tijd. Als hij terugkomt moet ‘ie mij helaas teleurstellen: “Het is zo hard gegaan met deze actie, alle tijdschriften zijn op. Sorry, heb ik u blij gemaakt met een dooie muis..”
Geeft niets: liever het tijdschrift dan deze opmerking gemist.

‘Toveren met Taal’; dat deden bovenstaande personen. Dank! Het maakte m’n werk nog rijker.

Geef een reactie