Waarom witjes werken ?

Mijn geschiedenisleraar op de middelbare school drukte mij al op het hart: “Durf wit te gebruiken bij het maken van je aantekeningen. Geen gepriegel in je schrift. Geen gepruts in de kantlijn. Belangrijke aantekeningen komen pas dán tot hun recht als ze de ruimte krijgen. Nooit bezuinigen op papiergebruik; pas witregels toe. Zíj zorgen ervoor dat de boodschap waar het om gaat, eruit springt!”

Nu druk ík mijn cursisten –kenniswerkers– op het hart: “Durf witjes te scheppen tijdens je werkdag. Korte pauzes, na geestelijke inspanning. Dat verdient je brein; om op adem te komen. Niet pauzeloos de dag doorbrengen, uit zogenaamde tijdbesparing. Nooit bezuinigen op breaks; sta jezelf witjes toe. Zij zorgen ervoor dat jij en je werk echt goed tot z’n recht komen!

Dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan, werd me onlangs duidelijk tijdens een training. De groep bestaat uit 9 enthousiaste projectmedewerkers. In hun organisatie heerst een cultuur van: druk, druk, druk; altijd bereikbaar zijn; nooit-nee-zeggen; alles onmiddellijk tegelijk en snel een beetje. Men jaagt en jacht, de hele dag door. Vanuit bevlogenheid en loyaliteit; hart voor de zaak, hard voor zichzelf. Lunchen, koffie drinken? Het gebeurt voor een groot deel achter een beeldscherm. Om vervolgens door te sjezen naar overleg naar bilateraal naar teamvergadering naar leidinggevende -met de telefoon nog aan het oor. Met het andere half luisterend naar wat er overgedragen wordt: dat project van Ole. Die moet verlof opnemen; om weer in conditie te komen. Geestelijk. Een burnout loert naar hem.

Als het eerste uur van de training voorbij is -de grondbeginselen van effectief werken behandeld- leg ik de training stil en zeg: “Het is nu pauze. Neem die! Dus: geen gemiste berichten afluisteren, geen mail checken, geen telefoontjes plegen. Je mag alles doen, behalve je geest belasten.” Dit komt over als de moeilijkste opdracht die de cursisten ooit gekregen hebben:
–  “……….   Pauze? Wat moeten we dan doen?“
–  “Verzin iets. Als je geest zich maar niet hoeft in te spannen.”
–  “Een wandelingetje; de losse stoelpoot repareren; de vaatwasser uitruimen; waarom? Als we nu snel door gaan met de training, zijn we vanmiddag eerder klaar”.
–  “Jezelf geen pauze gunnen levert slechts een klein beetje tijdwinst op. Terwijl het ten koste gaat van veel: rust; concentratie; aandacht voor waar je mee bezig bent; plezier. Oefen maar eens; loskomen van waar je mee bezig bent, door iets fysieks te doen. Je geest weet er wel raad mee; die gaat lekker afdwalen.”
– “Zoals een potje tafelvoetbal bijvoorbeeld?”
–  “Prima keus!”
–  “Mmm. Eerst stofvrij maken.”

Na een minuut of 10 is iedereen weer terug. Fris&fruitig. De geest weer op scherp. De break accentueert de theorie die we voor de pauze behandelden. En de kennis die we nog gáán behandelen: het leren integreren in je werkdag van deze ‘witjes’ -de rookpauzes voor de niet-rokenden, de powernaps met de ogen open, het mentaal emigreren.
De kunst is: dagelijks elk uur een paar minuten -twee, drie, dat zijn er genoeg- géén verstandelijke inspanning plegen. Jezelf even uitzetten. Dan blijf je in conditie. Geestelijk. Zonder ook maar één dag extra verlof te moéten opnemen. Daarom dus.

 

 

Geef een reactie